Abstract redeneervermogen
Deel 2 - Reeks 42 - Vraag 83
Antwoord
In de tweede lijn bevat zowel de eerste als de tweede domino 4 stippen, twee keer in het bovenste deel van de domino. Het bovenste deel van de domino heeft dus betrekking op de figuur die niet wijzigt, omdat beide bewerkingen (4 stippen) elkaar ongedaan maken.
De kleine figuur wijzigt niet op deze lijn. Hieruit kunnen we afleiden dat het bovenste deel van de domino betrekking heeft op de kleine figuur.
Het onderste deel van de domino op de eerste lijn bevat 1 en 2 stippen. Het onderste deel van de domino op de tweede lijn bevat 2 en 5 stippen. We moeten dus de gemeenschappelijke wijziging zoeken van de grote figuur op de eerste en tweede lijn.
Op de eerste lijn verandert de grote figuur van kleur en er wordt een verticale streep toegevoegd. Op de tweede lijn verandert de grote figuur van vorm en er wordt een verticale streep toegevoegd. De gemeenschappelijke wijziging, en dus de betekenis van 2 stippen, is dus "toevoegen of verwijderen van een verticale streep".
Uit de eerste lijn kunnen we vervolgens afleiden dat 1 stip betekent "veranderen van kleur".
Uit de tweede lijn kunnen we afleiden dat 5 stippen betekent "veranderen van vorm".
In de derde lijn bevat zowel het onderste deel als het bovenste deel van de domino 3 stippen. We moeten dus de gemeenschappelijke wijziging in de kleine en grote figuur zoeken. Deze gemeenschappelijke wijziging, en dus de betekenis van 3 stippen, is "toevoegen of verwijderen van een horizontale streep".
Vervolgens kunnen we uit de tweede lijn ook afleiden dat 4 stippen betekent "toevoegen of verwijderen van een schuine aflopende streep".
1
2
3
4
5
6
K
|
—
\
V
Het bovenste deel van de dominostenen in de opgave bevat 1 en 2 stippen. We moeten dus de kleur van de kleine figuur wijzigen en een verticale streep toevoegen of verwijderen. Het antwoord is C of D.
Het onderste deel van de dominostenen bevat 4 en 5 stippen. We moeten de vorm van de grote figuur aanpassen en een schuine aflopende streep toevoegen of verwijderen. Het antwoord is C.
Vorige oefening
Volgende oefening